Gastbijdrage: Pim
Verslag Dubai dinsdag 30 maart tot maandag 6 april 2009
Dinsdag 30 maart, zo rond de klok van elf uur ’s avonds: touchdown op Dubai International Airport. Aan het eind van de ochtend vertrokken vanaf Schiphol en na een overstap in Munchen (ik ging voor de paar honderd Euro voordeel) nu voor het eerst in het Midden-Oosten. Wachtend in de rij voor de paspoort-controle besef ik mij dat ik nog in winterkledij gestoken ben – de winter in Nederland was koud en lang – en dat de trui in ieder geval kan worden opgeborgen. Ondertussen is er tijdens het wachten weinig anders te doen dan me af te vragen wat de functie is van de continu heen en weer lopende mannen in witte gewaden en met hoofddoeken. Nadat de geheel in het zwart geklede dame achter de balie mijn paspoort van de benodigde stempels voorzien heeft en mijn tas nog door een scanner gehaald is, kan ik op zoek naar Engelien en Cor (E&C) die mij op zouden halen van het vliegveld. Gelukkig heb ik ze vrij snel in de gaten tussen de honderden andere afhalers.
De rit naar het appartement van E&C duurt een half uurtje en is comfortabel in de fraaie nieuwe bolide van Cor. Ik krijg al wel een eerste (nachtelijke) indruk van Dubai: uitgestrekt, brede wegen en veel hoge gebouwen. Aangekomen in het appartement in het immense Jumeirah Beach Residence (JBR) nog een biertje gedronken en de meegebrachte waar overhandigd: kaas, hagelslag en fietsspullen.
De volgende ochtend redelijk bijtijds opgestaan (na de inmiddels naar hun werk vertrokken E&C maar voordat de schoonmaakster kwam). Eerst maar eens ontbeten in een van de etablissementen die in het JBR gevestigd zijn en vervolgens met de bus naar het oude centrum gereden. Het nemen van de bus blijkt niet heel gebruikelijk voor Westerse bewoners en bezoekers van de stad. Taxi’s zijn betrekkelijk goedkoop en (de meeste) expats hebben hun eigen auto. De bus is echter wel spotgoedkoop (zo’n veertig cent voor een rit van ongeveer een uur) en voor het traject JBR-oude centrum een prima alternatief. Aangekomen in het oude centrum stroomde de bus leeg met mensen uit India, Pakistan, Bangladesh, Nepal en één (op het oog) verdwaalde Nederlander. Het eerste doel: het Dubai Museum.
Het Dubai Museum is voor zover ik weet het enige museum van enige omvang in Dubai. Het belicht het oude en (de ontwikkeling van) het nieuwe Dubai en de natuurlijke omgeving. Er zijn veel scenes nagebouwd (soms waan je je in de haven of in een oud straatje) waardoor het ook voor kinderen geschikt lijkt. Al met al heb je het met anderhalf uur wel gezien.
Je weg vinden gaat in Dubai relatief eenvoudig. Alle aanduidingen zijn zowel in het Arabisch als in het Engels en iedereen spreekt Engels. Verder voelt de stad erg veilig (afgezien van het verkeer).
Na het museum heb ik het (in ieder geval op dat tijdstip uitgestorven) Bastiaka Quarter bezocht. Een soort mini-dorpje met in oude stijl opgetrokken (nagemaakte?) huizen. Daarin zijn opvallend veel piepkleine musea en oude ambachten gevestigd. Ook is een stuk van de oude stadsmuur te zien. Via een zeer nauw steegje achter de moskee tegenover het Dubai Museum (in de Lonely Planet aangeduid als Hindi Lane) naar de Bur Dubai Souq gelopen. Deze souq is aanzienlijk anders (ruimer) van opzet dan de souqs aan de andere kant van de kreek. Aan het einde van de souq kun je een bootje (abra) nemen naar de overkant van de kreek. Dat kost ongeveer 20 cent en de overtocht duurt een minuut of vijf.
Aan de overkant (dit deel van de stad heet Deira) zijn verschillende souqs gevestigd. Zo zijn er een specerijen, een goud en een parfum souq te vinden en verder een eindeloze hoeveelheid winkeltjes met stoffen en kleding. Deze souqs zijn veel nauwer, drukker en rommeliger en je wordt er continu lastig gevallen met de vraag of je nep horloges, merkkleding of tassen wil kopen. Ondertussen de honger gestild in een redelijk shabby uitziend eettentje.
Lopend door het oudere gedeelte (niets is overigens echt oud) van Dubai waan je je eerder in India dan in het Midden-Oosten.
Aan het eind van de middag, begin van de avond, de weg huiswaarts weer aanvaard. ’s Avonds hebben we gegeten bij een restaurantje in het JBR-complex.
Winkelen in Dubai is zo ongeveer tot een toeristische trekpleister verworden. Een bezoek aan Dubai was in mijn ogen dan ook niet compleet zonder een van de grote winkelcentra bezocht te hebben. Omdat ik met eigen ogen ook de daarin gevestigde ski-baan wilde zien ben ik op donderdag naar de Mall of the Emirates gegaan. Een immens winkelcentrum met honderden winkels, alwaar je een plattegrond moet hebben om niet te verdwalen. Nu ben ik niet zo’n shopper, ik verliet het winkelcentrum dan ook slechts met een aantal overhemden en boeken. Het geheel heeft echter wel een paar uur gekost. Vreemde gewaarwording: tussen de winkels met Westerse merkkleding lopen en plotseling over de geluidsinstallatie van het winkelcentrum de oproep tot gebed horen.
Aan het eind van de middag naar de, minder centraal gelegen, Karama souq geweest. Hier lopen de agressiefste verkopers rond die ik in Dubai ben tegengekomen. Na het zoveelste ‘fake watches, sir?’, hoorde ik mezelf tot mijn eigen verbazing zeggen dat ik het wel eens wou zien. Je wordt vervolgens meegetroond naar een van de winkeltjes. Daar wordt een rij kleding aan de kant geschoven, een deur gaat open en via de daarachter gelegen trap beland je in de opslagruimte waar ook een tafel en een aantal stoelen staan. Achteraf bezien misschien niet zo heel slim: als je daar iets gebeurd vindt niemand je ooit weer terug. Na plaatsgenomen te hebben begint de verkoper in rap tempo tientallen horloges van bekende (en dure) merken te laten zien. Nep uiteraard. Dit tafereel heeft zich die dag nog twee keer aan mij ontvouwen. Al met al een grappige ervaring (die ook een beetje spannend voelt).
’s Avonds zijn we naar het huis van Tom en Marit op het palmeiland gereden en hebben we gegeten in het restaurant dat hoort bij het op het eiland gelegen hotel. Daarna ook nog een potje gepoold in de poolkamer (!) in hun huis. Ik wist er geen bal in te krijgen maar dat mocht de pret niet drukken.
De volgende ochtend (vrijdag, de eerste dag van het weekend) zijn we met de terreinwagen van E&C de stad uitgereden om samen met Rene, Ward en Linda een dagje in de woestijn te rijden. Naar ik mij heb laten vertellen ging het erg goed omdat het geregend had waardoor het zand meer grip bood. Ik was nog nooit in de woestijn geweest en de leegte die je om je heen ziet wanneer je bovenop een woestijnduin staat is prachtig. Het rijden is ook erg leuk en levert af en toe een achtbaangevoel op. Minpuntje was het autoruitje dat moest worden ingeslagen toen Rene zichzelf op miraculeuze wijze had weten buiten te sluiten van zijn auto (met draaiende motor en sleutel in het contactslot).
Na het woestijnrijden zijn we naar het huis van Hans en Priscilla gegaan, alwaar een geweldige barbecue in voorbereiding was. Na de barbecue, zittend onder het afdak, ook nog de vreemde ervaring gehad van een regen- en onweersbui in een woestijnstaat.
De dag daarop wederom met de terreinwagen op pad. Ditmaal door het bergachtige Oman. Ook dit was weer een prachtige dag. We hebben een aantal oases bezocht en door zogenaamde wadi’s gereden. Dit zijn bergpassen die, zo begrijp ik, normaliter droog staan maar omdat het nu geregend had stroomde er op verschillende plekken water doorheen. Dat leverde een aantal mooie off-road momenten op. Aan het eind van de dag naar een restaurant gereden waarna ieder weer zijns weegs ging. Pas op de terugweg zag ik hoe ver we buiten Dubai zaten. Alvorens naar het appartement te rijden nog een tussenstop bij een supermarkt gemaakt. Grappig detail: varkensprodukten zijn wel te koop maar in een apart, min of meer afgesloten, gedeelte van de supermarkt.
De volgende dag (zondag) was alweer mijn laatste hele dag in Dubai. E&C gingen weer aan het werk en ik heb nog een paar kleinere bezienswaardigheden bezocht.
In Bur Dubai ben ik naar het Sheik Al Maktoum House geweest. Voorheen de residentie van de vorst, nu open voor het publiek waar vooral veel (fraaie) foto’s uit vroeger tijden te zien zijn. Ook nog in het Diving Village en het Heritage Village geweest. De lonely planet noemt deze ‘charming’, ik vond het niets (maar misschien kwam dat ook door het tijdstip).
Daarna ben ik doorgelopen en met een voetgangerstunnel onder de kreek door naar Deira gelopen. Daar heb ik nog het Heritage House bezocht (een soort kleine variant op het Dubai Museum) en de daar vlakbij gelegen Al-Ahmadiya School (waar je een beeld kunt krijgen van het Dubaise schoolleven van vroeger). Vervolgens met Cor afgesproken en de middag afgesloten met een aantal drankjes op het terras. ’s Avonds bij E&C gegeten en nog een aantal dvd’s afgenomen van de (huis-aan-huis-bezorgende) lokale dvdboer.
De volgende ochtend voor dag en dauw weer op om naar het vliegveld te vertrekken. Aan het eind van de middag stond ik weer in de Albert Cuypstraat in Amsterdam waar het winterweer inmiddels had plaatsgemaakt voor open-zomerjassen-weer.